Maar ze kunnen wel goed dansen

Afrikaanse Toestanden informeert en ontstereotypeert, maar mag ook graag wat analyseren. In de categorie Je Reinste Afrikaanse Toestand:

Wat zei Henk Lubberding?

Als het niet treurig was, was het grappig, maar het is in elk geval interessant: de manier waarop Henk Lubberding vorige week in een racistische knoop verstrikt raakte in zijn Tour de France commentaarvoor NOS-programma Langs de Lijn (luister hier het fragment).  Lubberding verbaasde zich over de aanwezigheid in het peloton van een ‘negertje’, en dat die al een racefiets kunnen rijden, en benadrukte vervolgens dat hij het juist leuk vindt om ‘kleurlingen’ in het profpeloton te zien. Op internetfora barstte de discussie los of dit nu racistisch was en zo ja hoe erg, Tofik Dibi reageerde met een ironische tweet over kleurlingen die wel goed kunnen dansen en journaliste Andrea Dijkstra vroeg aandacht voor haar artikel over Afrikaanse wielrenners. Arme Kévin Reza, over wie dit ging, die in onze Nederlandse pers ineens alle ‘negers’ en Afrikanen vertegenwoordigt.

First things first: wat zei Henk Lubberding precies?

HL: En vanmorgen loop ik bij de start en wie rijdt me bijna over m’n voeten heen?
Presentator: Walsh?
HL: Nee, die renner die vandaag voorop reed, die donkere, dat negertje. Ja neger-tje, eh… hij was wel heel donker dus ik noem dat maar een neger en dat is al verbazingwekkend dat die al een fiets kunnen rijden. En eh…
Presentator: Wat zeg je nou toch allemaal? (lacht) Het is verbazingwekkend dat een neger op een fiets kan, waarom kan een neger niet op een fiets rijden Henk?
HL: Nou, op een racefiets, dat hebben wij al jaren toch moeten missen in het peloton. En ik vind dat mooi dat kleurlingen in het peloton aanwezig kunnen zijn, in ieder geval in een profpeloton. En ja, dat valt dan op en als ie dan ook nog bijna over je tenen rijdt omdat ie moest tekenen daar. En even later komt er nog eentje van Europcar, die komt er achteraan en dat is die Japanse kampioen. En die zit ook mee voorop. Ja, dat vind ik toch wel verbazingwekkend. Dat ik ze bijna heb, misschien heb ik ze wel iets ingestraald of zo, – (gelach presentator) – dat ze zo nerveus werden dat ze dachten we moeten wegwezen hier.
Presentator: Want Japanners kunnen over het algemeen ook niet fietsen?
HL: Nee, dat zijn eigenlijk landen waar we vijf jaar geleden van zeiden nou die kunnen wel iets proberen maar dat wordt nooit wat. En bij Shimano in Nederland zijn ze er eigenlijk mee begonnen. Dus ook Spekenbrink al met z’n ploeg, hebben dat, ja…., vanuit de sponsor moeten doen. Maar had daar niet zoveel vertrouwen in. Kijk en, ik zeg niet dat die jongens niet kunnen trappen maar het spelletje spelen en weten wanneer je hard moet fietsen, ja dat is toch iets anders. En dan zie je toch dat ze toch wel zich de laatste jaren hebben ontwikkeld. Ik vind dat wel mooi en bijzonder.

Hoewel een indicatie dat Lubberding weinig met zwarte mensen hangt én de gehele tweede helft van de twintigste eeuw het journaal heeft gemist – op zich een verbazingwekkende combinatie –  laten we de vraag of het gebruik van woorden als neger en kleurling wel of niet ‘kunnen’ hier even voor wat die is. Interessanter is te kijken naar de context van die woorden. Wat bedoelt Lubberding met mooi dat kleurlingen in het profpeloton aanwezig kunnen zijn? Dat kon dus eerst niet – maar waarom? En wie vallen er zoal onder kleurlingen? Lubberding licht een tipje van de sluier op door te verklaren dat ‘dat’ eigenlijk landen (!) zijn waar ‘we’ vijf jaar geleden niets van verwachtten. Vervolgens is Shimano ‘er’ mee begonnen. ‘Dat’ moest blijkbaar vanuit de sponsor. Wat hij met ‘er’ en ‘dat’ bedoelt is niet duidelijk. Negers en Japanners opnemen in de ploeg? Een soort nieuwerwets verheffingsideaal in het wielrennen? Lubberding is erg onduidelijk.

Da’s logisch. En goedbedoeld.

Journaliste Andrea Dijkstra en anderen, zoals beleidsmaker Joost-Jan Kool op joop.nl, verdedigen de verbazing van Lubberding over een zwarte renner in de Tour. Het kwam tot nu toe nou eenmaal weinig voor. Opvallende zaken opmerken lijkt me een belangrijke taak van commentatoren. Maar Lubberdings opmerking gaat in eerste instantie over Kévin Reza. Dat is een geboren Fransman, voor wie kansen om zich te ontwikkelen als wielrenner toch niet minder groot geacht mogen worden dan voor andere jonge Fransen. Een Fransman op kop in de Tour is niet erg speciaal. Wat Lubberding speciaal vindt, is dus wel degelijk alleen de huidskleur.

Han Janssen van Sportdome.nl vindt de verbazing van Lubberding juist belachelijk: “Volgens onbevestigde berichten stond Lubberding na afloop van de etappe bij het spelershotel van Team Europcar om zijn tropische verrassing spiegeltjes en kraaltjes aan te bieden.”, waarmee hij scherp duidelijk maakt dat Lubberding het zien van Fransman Kévin Reza als exotisch ervaart.

In een tweet vergelijkt Tofik Dibi de opmerkingen van Lubberding dat hij het wel heel mooi vindt om kleurlingen in het peloton te zien met de klassieker: “Maar ze kunnen wel goed dansen hoor, die kleurlingen, dat kunnen wij weer niet.” ‘Ze’ kunnen iets per definitie minder goed dan ‘wij’, maar iets anders kunnen ‘ze’ beter. Dat is mooi in balans, qua oordeel: één minnetje en één plusje. Maar de onderliggende gedachte is dat bepaalde vaardigheden aangeboren én huidskleurafhankelijk zijn, een racistisch idee. Lubberdings vaagheid met betrekking tot waarom het zo bijzonder is om een zwarte en een Japanse wielrenner in de Tour te zien, en zijn opmerkingen dat het zo mooi is dat kleurlingen in het peloton kunnen zijn, laten genoeg ruimte voor deze vergelijking.

De NOS noemde de opmerkingen van Lubberding goedbedoeld. Ook Dijkstra vindt dat. Zij gebruikt zijn opmerkingen als aanleiding om een leuk artikel te publiceren over Afrikaanse wielrenners, waarin zij in reactie op Lubberding stelt dat deze niet wegens het niet kunnen racefietsen tot nu toe niet veel in de Tour de France te zien waren, maar vanwege gebrek aan investeringen in de wielersport in Afrikaanse landen. Hoewel het interessant is om te lezen hoe het wielrennen in bijvoorbeeld Rwanda in opkomst is, heeft Dijkstra’s analyse een hoog duh-gehalte. En ook hier geldt: hoezo is Reza eigenlijk een aanleiding om het over Afrikaanse wielrenners te hebben? Reza is geen Afrikaan, dus de omstandigheden waarover Dijkstra bericht zijn niet van toepassing. Wat Reza gemeen heeft met Afrikaanse wielrenners is zijn huidskleur.

Het vereenzelvigen van een enkele Franse zwarte wielrenner met alle zwarte wielrenners en Afrikanen is niet logisch, maar simplistisch en onjuist. Dat Lubberdings opmerkingen ‘goedbedoeld’ worden genoemd zal wel iets met loyaliteit te maken hebben, en met inlevingsvermogen in zijn verbazing, helaas.

Leave a Reply