De Somaliërs van Frans Timmermans

Onze minister van Buitenlandse Zaken, Frans ‘Talenknobbel’ Timmermans, doet in radio 1 programma Met Het Oog Op Morgen op 7 mei verslag van een conferentie in Londen over internationale steun aan Somalië. Hij geeft ook even zijn kijk op het Somalische volk: “Het is een heel ondernemend volk.” Wat wil dat zeggen? Frans’ mooiste quotes hieronder voor u op een rij.

De vele successen van Somaliërs

Frans Timmermans heeft veel geleerd over Somaliërs in Londen: “Het is ook een heel ondernemend volk”. Presentator: “Ja? Waar verdienen ze hun geld mee?” Frans: “Ja, dat is meteen een voordeel en een nadeel. Ze zijn enorm ondernemend, dus als ze dat inzetten voor, wat bijvoorbeeld nu gebeurt, het bouwen van flats en woningen, dan gaat het goed, maar ze zijn ook ondernemend als ze criminele activiteiten ontwikkelen, zoals de piraterij. Daar zijn ze ook ontzettend goed in.” Verderop in het gesprek benadrukt Frans dit punt (het is echt een belangrijk punt):“[E]n, nogmaals, je ziet het ook aan de Somaliërs in Nederland, als ze zich toeleggen op iets positiefs zijn ze heel snel succesvol. Helaas, als ze zich toeleggen op de criminaliteit dan blijken ze ook heel snel succesvol te zijn.” De Somaliërs boffen maar met zo’n ondernemende volksaard die in twee heel verschillende richtingen tot succes leidt.

Toch is het niet voor iedereen leuk. Frans: “En dat [piraterij] is dan weer een probleem voor het land zelf en voor de internationale gemeenschap, dus waar wij ons nu op richten is om te proberen ze te stimuleren om dingen te doen waar ze ook geld mee verdienen zonder dat anderen daar last van hebben, zonder dat dat in criminaliteit verzandt.” Leuk dat jullie zo goed zijn in van alles, Somaliërs, maar ‘wij’ gaan daar wel een beetje richting aan geven.

Somaliërs helpen: heel simpel

Nederland gaat Somalië drie miljoen euro geven. Frans vertelt dat daarvan één miljoen naar de antipiraterij gaat. Somalische jongens die nu nog verleid worden om piraat te worden, moeten een ander toekomstperspectief krijgen: “Door ze op te leiden als iets anders, dat ze iets anders kunnen waar ze geld mee kunnen verdienen, he, hetzij als visser, of het hebben van een baan aan de wal.” Een baan aan de wal, wie wil het niet.

Even later legt Frans toch nog uit wat zo’n baan bijvoorbeeld in kan houden: “Bij de overheid, ze hebben nu bijvoorbeeld kustwacht nodig, nou, daar moet je ook mensen voor opleiden, ze hebben grenswachten nodig, maar ze hebben ook opleidingsinstituten nodig, ze hebben eh.. ze zijn heel goed in het opzetten van kleine zaken, he, eh, gewoon, winkels. En handelaren hebben ze nodig. Ja, eh, die jongeren een beetje opleiding geven zodat ze dat ook kunnen, eh, eh, werkt goed.” Somaliërs zijn goed in dingen, maar ze hebben veel nodig.

Presentator: “Hoe doe je dat dan?” Frans: “Nou, heel simpel. Waar behoefte aan is is bijvoorbeeld tuinbouwproducten, landbouwproducten, waar behoefte aan is is handel, he, het is een land gelegen op een kruispunt in Afrika, ze hebben een goeie zeehaven, je ziet ook de markten weer opbloeien in Somalië, vandaag wat voorbeelden van gezien, en ook de landen in de regio, zoals de Kenianen, zijn daar heel optimistisch over en willen daar ook graag in investeren, je ziet ook Arabische landen flink over de brug komen met bijvoorbeelde de Emiraten die daar 50 miljoen dollar in gaan steken. Dus men is wel wat optimistischer gestemd dan een aantal jaar geleden over de kansen die daar zijn…” Hoe je de Somalische jongeren opleidingen en perspectief gaat geven is dus heel simpel: tuinbouwproducten, en landen als de Kenianen en de Emiraten komen over de brug, en dan heb je kansen. Een soort 1+1=2, eigenlijk.

Hielden ze maar van vis

De presentator informeert of de EU ook oog heeft voor de klachten van Somalische vissers dat zij niet op kunnen tegen de grote vissersschepen uit bijvoorbeeld Spanje. Frans zegt dat we er inderdaad voor moeten oppassen dat de Somaliërs zelf niet van hun wateren kunnen profiteren. Hij vertelt dat een ironisch bijproduct van de “piraterij toestanden” van de afgelopen jaren is geweest dat de visstand zich goed hersteld heeft in die regio, omdat er weinig grote vissersschepen heen durfden. “Het punt is alleen dat de Somaliërs zelf eigenlijk nauwelijks een visindustrie hebben ontwikkeld, want ze eten liever, eh, eh, eh, schapen en, eh, eh, eh, runderen, dan dat ze vis eten.” Presentator: “Ze houden gewoon niet van vis.” Frans: “Minder dan je zou denken voor zo’n land he, dus als je dat zou willen opzetten, dan zullen ze het voor de export moeten doen, en misschien moeten we daar eens naar kijken, of we, met de expertise die wij hebben, of we ze kunnen helpen om zelf goede vissers te worden en, en, om zo ook de economie te kunnen stimuleren, en dan vissen ze maar voor andere markten, maar dat ze toch in hun eigen wateren in de buurt van hun eigen kust, eh, eh, eh, kunnen vissen.” Vissen zullen ze. Of die baan aan de wal, natuurlijk.

De stimulans van Frans

Frans gunt het de Somaliërs. Dit maakt de presentator toch wel benieuwd naar de mens achter de analyse: “Vindt u het persoonlijk ook mooi om een land als Somalië te helpen opbouwen?” Frans: “Kijk, als je terugkijkt, ik heb tijden gekend ten aanzien van Somalië dat je toch dacht van: Dat komt nooit meer goed met dat land, dat is zo uitzichtloos, en ze moorden mekaar zo gruwelijk uit, het komt nooit meer goed. En als je dan nu kijkt dat we vandaag in Londen met vijftig landen bij elkaar zijn, die allemaal zo’n houding hebben van: Kijk eens, ze hebben een kans, ze hebben vrede bereikt, de economie kán op de rails gezet worden. Nou, dat stimuleert mij wel enorm.” Presentator: “En dan denkt u: Daar ben ik de politiek voor ingegaan!” Frans: “Ja, dat zijn momenten dat je denkt van: Hee, in alle somberte die we weleens met elkaar moeten delen zijn er ook lichtpunten. Het is nog niet allemaal koek en ei en er is nog een lange weg te gaan, maar dit land kan in staat worden gebracht om zich aan die ellende te ontworstelen, en dat zou toch prachtig zijn, óók voor die vele Somaliërs die, eh, eh, gevlucht zijn uit Somalië en die nu in Engeland of Nederland wonen.” Een lichtpunt voor Frans, een lichtpunt voor Somaliërs in Nederland.

Espresso en moord, Somalië combineert het

Presentator: “Gaat u er nog een keer heen?” Frans: “Ik hoop er, eh, eh, naartoe te gaan, ik ben er, eh, eh, flink wat jaren geleden ook geweest. Het is een land van enorme tegenstellingen, want je kan er op iedere straathoek een perfecte, eh, eh, Italiaanse espresso drinken, he, want die erfenis hebben ze ook nog van de koloniale tijd, en tegelijkertijd -” Presentator: “Nou, dat scheelt.” Frans: “-is het een bevolking geweest die mekaar vreselijk naar het leven heeft gestaan de afgelopen twintig jaar.” Wat een tegenstelling inderdaad: perfecte espresso’s uit de koloniale tijd maken, maar daarnaast ook allerlei moorden uithalen. Mogelijk weer een effect van die succescultuur.

Presentator: “Goed. Hartelijk dank, Frans Timmermans, voor dit gesprek.” Hartelijk dank, inderdaad, óók namens de Somaliërs, die dan misschien niet van vis houden, maar dat maakt niks uit als je op een kruispunt in Afrika met je economie bijna op de rails een lekkere espresso kan drinken.

Luister hier naar het volledige gesprek.

Leave a Reply