Congo Business Case: kansloze Kuifje in Afrika
De poster van de documentaire Congo Business Case refereert expliciet aan Kuifje in Afrika. In het stripboek van Hergé wordt de jonge, blanke reporter als een held onthaalt door Congolezen die zich als primitieve idioten – spraakgebrek incluis – door de Centraal-Afrikaanse jungle bewegen.
Ook Daniel Knoop wordt in Congo Business Case door zijn vriend en debuterend filmmaker Hans Bouma handig als potentiële held opgevoerd. Knoop zou zijn vertrouwen in de ontwikkelingssector zijn kwijtgeraakt tijdens zijn werk voor de Food and Agriculture Organization van de Verenigde Naties. Gewapend met het salonfähige idee dat je de wereld door handel te drijven wél verbetert, geeft hij zijn goedbetaalde baan op en begint met 40.000 euro spaargeld een onderneming in een Congolees dorp met een verlaten missiepost. Dat wordt niets, weet de kijker al vanaf de eerste minuten, waarin enkele dorpelingen hun beklag doen over Daniels onaangekondigde verdwijning: “We hebben de redder dus nooit meer terug gezien”.
Daniel Knoop verwerpt het label van redder, waar Bouma en de Congolezen hem retorisch mee in de hoek drukken, in een interview met VPRO’s De Avonden, natuurlijk (“Die boeren zijn uitstekende politici”). Desalniettemin lijkt hij er heilig van overtuigd dat hij veel beter in staat is de problemen van de betreffende regio op te lossen dan de mensen die er al generaties lang wonen. Zijn beoogde strategie is vrij simpel: producten op grotere schaal verbouwen, inkopen en verwerken om ze in hoofdstad Kinshasa, zo’n 200 kilometer verderop, te verkopen.
Daniel opent een fabriekje om maniocmeel te produceren. Wat er vooral op neer komt dat zes jongens in een betonnen hok wortels zitten te schillen. De praktijk blijkt weerbarstig. Dat komt niet in de laatste plaats door onze hoofdpersoon zelf. Daniel Knoop – zelfs in hemd en korte broek nog een dandy-achtige verschijning – toont dat niet iedere zogenaamde wereldverbeteraar automatisch een (excusez le mot) mensen-mens is. Hij ontbeert het geduld en respect voor lokale normen, foetert op de locals en komt ook al niet heel betrouwbaar over. Eerst belooft hij het dorp al hun producten af te nemen, later blijkt hij – omdat hij zelf zijn financiering nog niet rond heeft – alleen nog manioc te willen kopen.
Met dezelfde gedrevenheid waarmee hij ook Landrovers uit de modder probeert te krijgen, zie je hem zo zijn eigen graf graven. Voor wat er allemaal om hem heen gebeurt heeft hij weinig oog. Wanneer zijn werknemers staken en de boeren weigeren nog langer met hem te handelen, is zijn onbegrip dan ook groot. Hij mag het imago van redder later dan verwerpen, hij verwacht overduidelijk onvoorwaardelijke dankbaarheid van de kant van de Congolezen. Kuifje is even terug in Afrika.
Het gezichtsverlies van een potentiële fakkeldrager van het Nederlandse ontwikkeling-door-duurzaam-ondernemen-beleid wordt in de documentaire sterk uitvergroot. Daniel Knoop dekte zich voor hij de film zelf uberhaupt gezien had dan ook al wat opzichtig in. Hij beriep zich op de (ja, toepasselijk) “zwarte magie” van de montagekamer. Corruptie, gebrekkige infrastructuur en andere factoren die zijn falen bespoedigden, zouden daar zijn weggetoverd. Uiteindelijk toont juist dat verweer eens te meer de zwakte van het idee dat handel automatisch ontwikkeling zou brengen. Slechte wegen, corrupte agenten en meer van dat soort structurele problemen handel je niet één-twee-drie de wereld uit.
Gebrek aan lef kun je Daniel Knoop niet verwijten maar misplaatst superioriteitsgevoel staat niemand goed. Des te vreemder is het dat hij ondanks zijn falen door veel Nederlandse documentairekijkers als een held gezien wordt. “Heldenwerk“, noemt een Twitteraar de pogingen om maniocmeel te verkopen. “Als er iemand een lintje moet verdienen, dan is het Daniel Knoop wel”, aldus een blogger. “Groot respect dat je een handeltje in Congo bent begonnen”, tweette niemand minder dan Jelle Brandt Corstius richting onze hoofdpersoon.
Daan Knoop is voor de Nederlander een held omdat hij een zogenaamd nobel streven aan Afrika heeft gekoppeld. Dat werkt altijd, 3FMs Serious Request is daar het ultieme voorbeeld van. Van alleen maar ergens een handeltje beginnen is nog nooit iemand een held geworden. Doe er ‘iets’ mee ‘voor Afrika’, en je levert automatisch heldenwerk.
Congo Business Case is via Uitzending Gemist nog te zien.
Lees ook: Waarom Bram Vermeulens nieuwe programma “Dwars door Afrika” heet