Goede Hoop: de tentoonstelling in het Rijksmuseum is voorbij. Gelukkig hebben we de serie nog.
En toen stonden er opeens activistisch aandoende leuzen op de muren van het Rijksmuseum. Ze werden misschien wel het meest besproken onderdeel van de tentoonstelling Goede Hoop, over de vier eeuwen lange relatie tussen Nederland en Zuid-Afrika. Een greep uit alleen al de Volkskrant: columniste Sylvia Witteman voelde zich door de “graffiti-achtige, slordige witkalkleuzen als ‘Ingepikt!’ en ‘Wat doe je op m’n land?’” toegesproken als “een dom, stout kind” en dat beviel haar zo slecht dat het Rijks “de paternalistische uitleg over slavernijverleden” wat haar betreft weg mocht laten; “Het Rijksmuseum als een waardevrije kunstinstelling kan weleens zijn beste tijd hebben gehad”, noteerde een aandoenlijke kunstcriticus van de zelfde krant deemoedig; en een andere Volkskrant-journalist verleidde een samensteller van de tentoonstelling in een interview tot de uitspraak dat het Rijks activistisch geworden zou zijn.
Fijne pr allemaal, die nogal afleidde van de inhoud. Die bleek helemaal niet zo radicaal anders dan gebruikelijk in onze zogenaamd waardevrije kunstinstellingen. “Het Rijksmuseum heeft een witte collectie, die het establishment vertegenwoordigt”, gaf Martine Gosselink, hoofdconservator geschiedenis, in het bovengenoemde interview al toe. De samenstellers zochten nog wel even in Zuid-Afrikaanse musea naar manieren om dat wat beter te versluieren maar dat leverde niet veel op. Dan maar leuzen op de muren, eigenlijk meer een soort disclaimers bij het onvermogen om meerdere perspectieven in één tentoonstelling gelijkwaardig te laten samenkomen.
Of het onvermogen of onwil was, laten we hier maar even in het midden maar er kwam natuurlijk kritiek op. Een lange lijst van hoogleraren, historici en kunstenaars ondertekenden een brief waarin ze hun ongenoegen over de tentoonstelling uitten. Ze misten er onder andere aandacht voor het geweld waar kolonisatie mee gepaard gaat en de rol die Nederland daar in Zuid-Afrika in speelde, ze misten erkenning van lokale talen, culturen en religies van de oorspronkelijke bevolking. En, waar was het werk van zwarte en niet-zwarte kunstenaars en schrijvers van kleur uit Zuid-Afrika en Nederland?
Het zijn kwesties die in de serie die de NTR onder de zelfde naam als de tentoonstelling maakte, meer aandacht krijgen dan in het Rijks. Dat is goed nieuws want terwijl de tentoonstelling net is afgelopen, kun je de serie voorlopig nog wel even terugkijken. Wij zetten afleveringen voor je op en rij met wat tekst en uitleg.
Aflevering 1: De Landing
De eerste aflevering begint keurig waar, in de woorden van Zuid-Afrika’s huidige president Jacob Zuma, de ellende begon: de landing van Jan van Riebeeck op de Kaap in 1652. Zijn opdracht was voor de VOC een verversingsstation op te zetten en te runnen. Krotoa, een tienjarig meisje, wordt door de plaatselijke Khoikhoi naar Van Riebeeck’s fort gebracht en functioneert daarna als tussenpersoon. Zij waarschuwt al tijdens de eerste jaren van de Nederlanders in Zuid-Afrika voor de toekomst: “Pas wel op. U lant sal nu lustigh vol oorlogh wesen.”
In Kaapstad, waar het begon, staat nog steeds een enorm standbeeld van Van Riebeeck. Krotoa, die als alcoholische gevangene in een anoniem, onbekend graf verdween, wordt in een achteraf hoekje met een balk uit het fort herdacht. Hans Goedkoop, de presentator van de serie, spreekt met de activisten die Krotoa op een prominentere manier willen herdenken.
Op school in een arme, door geweld geteisterde Kaapse wijk, blijken ze qua dekolonisatie van het curriculum nog een lange weg te gaan te hebben. De leerlingen, toch een beetje Krotoa’s afstammelingen, spelen in een toneelstuk de rollen van Jan van Riebeeck en zijn vrouw, van Krotoa hebben ze nog nooit gehoord. Of ze iets willen weten over Nederland. “Wordt er veel geschoten?”, vragen de Zuid-Afrikaanse leerlingen aan Hans Goedkoop. Ze overvallen hem en dat is mooie televisie. Ook omdat je meteen die lange lijn van geweld voelt die van Van Riebeecks landing naar de Zuid-Afrikaanse sloppenwijken loopt.
Aflevering 2: Slavenleven
De opvolger van Van Riebeeck bouwde de kolonie verder uit en gebruikte daar veel gratis arbeid voor. Om ze nog enigszins te vriend te houden werden de oorspronkelijke bewoners niet tot slaaf gemaakt. Van Mozambique tot Nederlands-Indië, overal plukten de Nederlanders vervolgens mensen vandaan om onbetaald het vuile werk in de Kaap Kolonie op te knappen.
Nazaten van Maleisiërs blijken in het huidige Zuid-Afrika furore te maken met koren die zeventiende eeuwse Hollandse strijdliederen zingen. “Ja, eigenlijk zouden we Piet Hein en de Nederlandse overheid moeten vervloeken”, geeft een van de zangers toe. Maar ja, ze hebben die teksten gewoon van generatie op generatie doorgegeven sinds hun voorouders per Hollandse schepen aan Azië onttrokken werden om ongewild onderdeel te worden van de smeltkroes op de Kaap.
Vaak kregen die slaven (lees: tot slaaf gemaakten) bij aankomst een nieuwe naam. Gemakshalve geregeld gewoon de naam van de maand waarin ze arriveerden. Wat hij vindt van zijn achternaam, Maart, vraagt Goedkoop een man wiens voorouder in die maand vanuit Mozambique in de kolonie aankwam. “Ik wil niet van die naam af, want dan raak ik mijn verleden kwijt”, zegt hij. Slaven raken alles wat ze hadden kwijt en het enige wat ze ervoor terug krijgen is iets waar ze nooit om gevraagd hebben, laat de serie hier akelig goed zien.
Aflevering 3: In het wild
Binnen de tentoonstelling in het Rijks krijgt weinig zo veel aandacht als het werk van Robert Jacob Gordon, een Nederlandse bestuurder en ontdekkingsreiziger (met Schotse vader – vandaar die naam). Het Rijksmuseum toont veel van zijn nauwgezette tekeningen van alles wat hij eind negentiende eeuw in het huidige Zuid-Afrika aantrof.
Gordon was aanstekelijk nieuwsgierig maar zijn achttiende eeuwse drang alles te onderzoeken en te classificeren, had ook een keerzijde. Van wetenschappelijke classificatie is het maar een kleine stap naar de ontmenselijking van de ander, laat deze aflevering aan de hand van het verhaal van Sarah Baartman zien. De Khoikhoi-vrouw werd naar Europa gelokt en daar voor publiek tentoongesteld als Hottentot Venus, een exotische curiositeit.
Hans Goedkoop spreekt over deze tragische geschiedenis met Diana Ferrus, een Zuid-Afrikaanse dichteres die het verhaal van Sarah Baartman pas hoorde toen ze zelf in Utrecht studeerde. De emotie die dat bij haar, zelf van Khoikhoi afkomst, opriep, resulteerde spontaan in een gedicht. “I’ve come to take you home”, schreef ze aan de jong in Europa gestorven “Saartjie”. Het gedicht leidde er uiteindelijk inderdaad toe dat Baartman, wiens skelet en hersenen, op sterk water, nog in Frankrijk stonden weer terugkwamen naar waar ze vandaan kwam.
Aflevering 4: Die Groot Trek
Met bijbel in de hand en het idee een uitverkoren volk te zijn tussen de oren trokken ontevreden Boeren vanaf 1835 massaal weg uit de Kaap Kolonie, die toen al geruime tijd in Britse handen was. Grootste obstakel op de weg naar hun droom van een eigen land zijn de Zoeloe’s, die in militair opzicht het nodige roet in het eten gooien. Vaak overrompelen ze de Boeren met hun numerieke overwicht maar bij de slag om wat nu de Bloedrivier heet, gebeurde er iets wonderlijks: een paar honderd Boeren slaan vanachter hun huifkarren een aanval af en jagen duizenden de Zoeloe’s de dood in (vandaar die naam dus, Bloedrivier).
De Slag om de Bloedrivier wordt in Zuid-Afrika nog steeds herdacht. Maar wel door twee verschillende kampen. “Bij dit gebeuren ging het voor een groot deel over hoe God ons gered heeft”, vertelt een pafferige jonge Afrikaner aan Hans Goedkoop op de plaats waar de Boerenversie van het verhaal herdacht wordt. Het was lang de enige plek waar het verhaal over de belegering publiekelijk verteld werd. Maar na de afschaffing van apartheid werd er aan de andere kant van de rivier ruimte gecreëerd voor een ander verhaal, dat van de Zoeloe’s. In het Ncome Museum vertellen ze het verhaal “met de mondelinge overlevering van onze voorvaderen”, legt de conservator uit. President Jacob Zuma liet een brug over de rivier bouwen. De Verzoeningsbrug moest beide kampen dichter bij elkaar brengen. Dat blijkt lastig.
Aflevering 5: Boeren in oorlog
De Boeren riepen zo halverwege de negentiende eeuw hun eigen staatjes uit in het Zuid-Afrikaanse binnenland. Met dank aan president Paul Kruger en goudvoorraden was Transvaal daarvan het succesvolst. Een paar duizend Nederlanders kwam enthousiast meehelpen de infrastructuur van de nieuwe staat van hun “verre neven” op poten te zetten. De broer van Vincent van Gogh was erbij en die van Piet Mondriaan ook, leren we in deze aflevering.
De Britten profiteerden als tweederangsburgers nauwelijks mee van het succes van de Transvaal. Dat leidde tot de nodige spanningen die uiteindelijk uitmondden in oorlog. We zien hoe Hans Goedkoop leert schieten tussen mannen die zich hebben uitgedost alsof het weer Boerenoorlog is en hem vertellen over de verschillen tussen de onvoorbereide Britse soldaten en de Boeren, die militair een thuiswedstrijd speelden. Het werd een smerige oorlog, die de imperiale grootmacht na drie jaar pas begon te winnen door de boerderijen van de Afrikaner guerrilla’s af te fikken en hun vrouwen en kinderen in concentratiekampen te duwen.
Een oud, Afrikaans kwebbelend vrouwtje laat Goedkoop de sporen van zo’n concentratiekamp op haar land zien. Ze vinden er het sluitstuk van een korset, want de Afrikanervrouwen namen hun mooiste jurk mee naar het kamp, alsook hun beste servies. “Maastricht” staat er op een scherf die Goedkoop uit het zand plukt. De gevangenen waren gedwongen hun behoefte te doen in latrines. Zelf stierven ze bij bosjes door de gebrekkige hygiëne, maar op de plekken waar ze gehurkt boven de gaten hingen, is de vegetatie honderd jaar later opvallend groen en uitbundig.
Aflevering 6: Slegs vir blankes
Het Apartheid Museum in Johannesburg heeft twee ingangen. De een is voor “blankes”, de ander voor “nie-blankes”. Als een leraar zijn klas bij wijze van experiment vraagt twee gelijke rijen te maken voor ze naar binnen gaan, scheiden blank en “niet-blank” zich als vanzelf van elkaar. Hoe wist apartheid de kloof tussen blank en zwart zo diep te maken, vraagt Hans Goedkoop zich af. “En: wat hadden Nederlanders daarmee te maken?” Op zoek naar een antwoord op die vraag krijgen een paar ooit geëmigreerde Hollandse bejaarden ruim baan om het typische, verbitterde vertoog van Zuid-Afrika’s postapartheid blanken uit de doeken te doen. Ze kwamen eind jaren veertig, toen de nieuwe Afrikaner-regering wel wat Hollands tegenwicht kon gebruiken binnen een land met een zwarte meerderheid en sterke Britse invloed.
De vraag of het toeval is dat Hendrik Verwoerd, de man die de ideeën van de apartheid institutioneel vormgaf en intellectueel aanscherpte, ook in Nederland geboren werd, wordt vreemd genoeg niet gesteld. Hoe het kan dat de geëmigreerde Nederlanders die je op archiefbeelden de apartheid, niet lang na de Tweede Wereldoorlog nota bene, zo gretig ziet onderschrijven, wordt ook niet uitgelegd. Veel gemiste kansen in deze aflevering, die meer bezig is met de figuur Verwoerd dan de ingrijpende manier waarop zijn ultraracistische beleid Zuid-Afrika veranderde.
Aflevering 7: De erfenis
Hoe verder na apartheid, met al die ballast uit het verleden? De laatste aflevering laat aan de hand van een paar persoonlijke verhalen heel erg mooi laten zien hoe lastig dat was en nog altijd is in het Zuid-Afrika van na 1994. Een Zuid-Afrikaanse antiapartheidsstrijder en zijn Nederlandse vrouw doen hun verhaal over hun intense tijd in een ANC-kamp. “Zo zijn er heel veel mensen die heel slecht behandeld zijn in het ANC”, vertelt zij als bij hem de tranen komen. Dat ze dat nu kunnen vertellen zegt veel over hoeveel glans het ANC en hun bevrijdingsstrijd na plus twee decennia verloren hebben. Een zwarte Zuid-Afrikaanse geschiedenisstudent en zijn blanke docente worstelen met hoe het onderwijs eruit moet zien. Zij verliest haar baan omdat er meer zwarten gezichten voor de klas moeten komen. “Ik ben er kapot van”, zegt ze. “Maar ik zou waardig gaan, want ik ontken mijn witte privilege niet.” Het is een soort emo-tv waar je de kracht van de recente geschiedenis met volle kracht op voelt drukken.
Bingewatchen die hap.